Kwaliteitsbesef bijbrengen en werken met succescriteria

Hoe krijgt een leerling inzicht in de kwaliteit van zijn inspanningen en hoe neemt hij beslissingen die leiden tot aanvaardbaar werk? (Tai, et al 2018)

In dit blog ga ik dieper in op kwaliteitsbesef bijbrengen en succescriteria; het lijken twee handen op een buik te zijn maar het is soms niet helemaal duidelijk waartoe zij precies dienen en hoe beide handen elkaar helpen.
In dit blog schijn ik, onder andere met hulp van het boek Unlocking Learning Intentions and Success Criteria van Shirley Clarke, een ruim licht op beide onderwerpen.

witregel

Het grote plaatje
Door het bijbrengen van kwaliteitsbesef help en ondersteun je jouw leerlingen bij het maken van het gevraagde werk; je maakt de doelen zichtbaar met behulp van voorbeelden en voorziet de leerlingen van de criteria waar het werk aan moet voldoen.
Deze vorm van leerlingen helpen en ondersteunen is echter niet waar het om draait bij kwaliteitsbesef bijbrengen: het hoofddoel, het ‘grote idee‘, is het trainen van het vermogen van leerlingen om eigen werk en het werk van anderen te evalueren en hierover beslissingen te nemen. (Tai, et al 2018)[1]
Je zou het op deze manier kunnen formuleren: ‘De leerling kan zelfstandig reflecteren op de kwaliteit van zijn eigen leer- en werkproces en op het resultaat daarvan, en aan de hand daarvan beslissingen nemen die leiden tot werk van gewenste kwaliteit.
Het vermogen om eigen werk en het werk van anderen te evalueren en hierover beslissingen te nemen helpt leerlingen in het sturen of reguleren van hun eigen leer- en werkproces. Door leerlingen dit frequent te laten doen ontwikkelen zij de reflectieve en evaluatieve vaardigheden die nodig zijn voor zelfsturing en zelfregulatie. Natuurlijk help je, met het bijbrengen van kwaliteitsbesef, leerlingen bij hun werk, maar het is goed om te onthouden dat niet het product of eindresultaat maar het trainen van evaluatieve vaardigheden het doel is.

witregel

Kwaliteitsbesef bijbrengen vertaald
Kwaliteitsbesef bijbrengen is, naar mijn idee, niet de allerbeste benaming: het verwijst meer naar een handeling dan een vaardigheid, waardoor het risico ontstaat dat kwaliteitsbesef bijbrengen meer wordt gezien als een activiteit, iets wat je doet in je lessen, dan als een leerdoel.

In het Engels wordt kwaliteitsbesef bijbrengen evaluative judgement genoemd. Vrij vertaald betekent dit: je evalueert het resultaat en vormt een oordeel. De evaluatie en het oordeel leiden vervolgens weer tot beslissingen.

witregel

Product-succescriteria en proces-succescriteria
Om eigen eindresultaten, of de eindresultaten van anderen, te kunnen evalueren is het wel belangrijk dat de leerlingen weten waar zij op moeten letten en naar moet kijken: er dienen criteria gegeven of geformuleerd te worden waar leerlingen hun eigen werk, of dat van anderen, aan kunnen toetsen.

Criteria gericht op een eindresultaat worden door Shirley Clarke de product success criteria genoemd. [3]
Het advies van Clarke is om de criteria als leerdoelen te formuleren. Een goed idee omdat je zo wegstuurt van het idee dat het resultaat het doel is; leren is namelijk het doel en het resultaat maakt wat er is geleerd zichtbaar.

product-succescriteria

Het evalueren van een eindresultaat is echter niet aan te raden. Het werk is al klaar dus eventuele beslissingen die worden gevormd kunnen niet direct worden toegepast.

“Feedback op een eindproduct is als post-mortem een medicijn toedienen.
Douglas Reeves

Het is dan ook beter om gedurende het proces momenten te organiseren waarop handelingen en gemaakte keuzes worden geëvalueerd. Op die manier kunnen leerlingen, na evaluatie, beslissingen direct toepassen.

Ook hier geldt dat het belangrijk is dat de leerlingen weten waar zij op moeten letten en naar moet kijken als zij eigen handelingen en keuzes (of die van anderen) evalueren; Clarke noemt dit de process success criteria

proces-succescriteria

Zoals ik al schreef formuleren we de criteria als doelen; je kan… , je doet… . Dergelijke criteria kunnen gericht zijn op vaardigheden, op kennis (inhoud) of de kennis wordt toegepast middels een vaardigheid.

Vaardigheidscriteria
Compulsory closed skills zijn ‘gesloten criteria’. Bijvoorbeeld het volgen van een vast stappenplan of een formule.
Formuleer je dergelijke criteria voor de leerlingen begin dan met: “Onthoud dat…”.
Bijvoorbeeld: Onthoud dat bij het schrijven van een betoog je begint met een inleiding, dan schrijf je de kern en je eindigt met het slot.

Optional open toolkits zijn ‘open criteria’. Leerlingen kunnen kiezen uit een aantal opties.
Formuleer je dergelijke criteria voor de leerlingen begin dat met: “Kies…” of “Maak een keuze uit…”.
Bijvoorbeeld: Kies één van de vijf manieren om een pakkende inleiding te schrijven.

witregel

Kenniscriteria
Er zijn in principe geen succescriteria voor kennis als de kennis wordt bijgebracht zonder dat deze wordt toegepast.
Om uit te leggen waarom dit zo is wil ik je vragen om de kennis over de opbouw van een geschreven betoog (inleiding, kern, slot) te formuleren tot een doel. Waarschijnlijk begon je met “De leerling weet… “. Weten is echter een abstract begrip (wat is ‘weten’?) en weten is ook niet meetbaar. (oa Biggs & Tang 2011). ‘Weten’ is onzichtbaar en daardoor is evaluatie ook niet mogelijk.


Als de kennis wordt onderzocht door leerlingen, dan hebben de specifieke onderzoeksvaardigheden eigen criteria.

witregel

Kennis wordt toegepast middels een vaardigheid
1. Als een vaardigheid gekoppeld dient te worden aan kennis dan is het verstandig om de vaardigheid bewust te scheiden van de context.

Waarom het verstandig is om dit te doen illustreer ik met de volgende opdracht als voorbeeld:

De leerling kan een overtuigend betoog schrijven over waarom de school moet stoppen met ongezond eten verkopen aan de leerlingen.

Leerlingen zullen zich in deze opdracht gaan focussen op de context (ongezond eten) en het idee zal ontstaan, als zij kennis gaan verzamelen voor hun argumenten, dat zij vooral aan het leren zijn over ongezond eten. De vaardigheid ‘het schrijven van een betoog’ wordt hierdoor niet overdraagbaar. Als zij later opnieuw een betoog moeten schrijven over een ander onderwerp dan zal de vaardigheid voor een groot deel opnieuw aangeleerd moeten worden.

Ontwikkel daarom generieke succescriteria die in elke context werken.

Gebruik je voorbeelden dan gebruik voorbeelden van verschillende onderwerpen en niet of zo min mogelijk van het onderwerp van de opdracht.

witregel

2. Zorg dat inhoud (kennis) en de generieke vaardigheden in het proces eenzelfde status krijgen.

Doe je dit niet dan zal het eindproduct niet heel erg goed zijn: het ontbreekt mogelijk aan een sterke inhoud als de focus teveel op de vaardigheden ligt en ligt de focus teveel op de inhoud dan zal dat de vorm van het werk beïnvloeden.

Presenteer je criteria daarom op deze manier:

w

Eigenaarschap en begrip
Bovenstaande manier van delen van de criteria is eenvoudig; je deelt ze met behulp van een digibord of een whiteboard of je deelt ze uit aan de leerlingen. Dit is echter de minst effectieve manier om succescriteria te gebruiken!
Het is veel effectiever om te werken met goede (en soms ook minder goede) voorbeelden. Door leerlingen goede voorbeelden te laten analyseren, bijvoorbeeld met behulp van een kijkwijzer, ontstaat er begrip en worden de criteria ook beter onthouden.
Belangrijk is wel dat je als leerkracht goed en regelmatig controleert op begrip om zo misvattingen tijdig op te sporen.


Je kan leerlingen ook zelf, in groepjes of als klas, succescriteria laten formuleren aan de hand van voorbeelden. (co-construction) Dit kan je zowel voor product-succescriteria als voor proces-succescriteria laten doen. Laat leerlingen bijvoorbeeld een goed proces analyseren of model als leerkracht handelingen en keuzes en laat leerlingen daar vervolgens met elkaar over praten. Zorg voor ondersteuning door leerlingen vragen mee te geven als: Wat zie je mij doen? Wat levert dat op? Hoe kan dat jouw helpen?

witrege

witregel

Feedback
Evaluatief oordelen, of kwaliteitsbesef bijbrengen, draait om feedback. De evaluatie levert de leerling feedback op waarmee de leerling betere beslissingen kan nemen in het proces, wat uiteindelijk weer leidt tot een beter resultaat.

Zoals ik helemaal aan het begin schreef richt kwaliteitsbesef bijbrengen zich op het ontwikkelen van het vermogen van leerlingen om eigen proces en resultaten en proces en resultaten van anderen te evalueren en hierover beslissingen te nemen. Om dit vermogen te ontwikkelen dienen leerlingen dit regelmatig te doen en is het aan te raden om een opbouw aan te brengen in de ontwikkeling van de vaardigheden.

-Als leerlingen nog niet voldoende vaardig zijn in evalueren en reflecteren is het aan te raden om als leerkracht hier een belangrijke rol in te spelen. Als leerkracht kan je de stappen of het werk evalueren, je leerlingen van feedback voorzien en beslissingen aanreiken. Een effectieve manier is het geven van groepsgewijze feedback in de vorm van live evalueren van werk of vorderingen: naast dat je als leerkracht de criteria zichtbaar maakt laat je ook zien hoe je het evalueren op criteria aanpakt. Je denkt hardop na over mogelijke beslissingen en modelt zo de benodigde vaardigheden. Als leerlingen vaardiger worden ga je als leerkracht het steeds meer overlaten aan de leerlingen. Begin dan met peer-feedback.

-Zijn leerlingen voldoende vaardig dan is het aan te raden om leerlingen elkaars stappen of werk te laten evalueren. Leerlingen kunnen over het algemeen uitstekend met elkaar communiceren. Wil je leerlingen enkele spelregels geven dan zou je de ‘rules for critique’ van Ron Berger kunnen gebruiken.

Rules for critique – Ron Berger


Een ander voordeel van peer review is dat leerlingen ook zien en ervaren hoe klasgenoten het evalueren aanpakken, wat helpend is voor het ontwikkelen van eigen evaluatieve en reflectieve vaardigheden. Het is aan te raden om duo’s of groepjes te maken waarin leerlingen zitten die deze vaardigheden al in voldoende mate bezitten. Als leerlingen voldoende vaardig zijn in het evalueren en nemen van beslissingen kan je ze dit zelfstandig laten doen.

-De leerling kan zijn eigen stappen of werk evalueren met behulp van succescriteria. Hier kunnen, ter ondersteuning, diverse instrumenten voor ingezet worden; zoals een zelfbeoordelingsformulier, een rubric of een goed voorbeeld. Let wel, zelfevaluatie is niet eenvoudig; leerlingen dienen hiervoor al in voldoende mate evaluatieve en reflectieve vaardigheden te bezitten en, heel belangrijk, eigen valkuilen te herkennen.

witregel

Tot slot: Gebruik liever criteria in plaats van succescriteria
Het is beter om het met leerlingen niet te hebben over succescriteria maar over criteria. Het woord succes gaat teveel over succes behalen of succesvol zijn; ‘Doe dit en dat, houd je aan deze dingen en je zal succesvol zijn.’ Het wekt teveel de indruk dat kwaliteit leveren het doel is, terwijl het doel van kwaliteitsbesef bijbrengen en werken met succescriteria is dat leerlingen leren reflecteren op hun eigen proces en eigen werk.


[1] –Developing evaluative judgement: enabling students to make decisions about the quality of work – (2018) – Joanna Tai e.a.
[2] –Leerdoelen als ontwerpmateriaal – (2021) – Dominique Sluijsmans.
[3] -Unlocking learning intentions and success criteria | Shifting from product to process across the disciplines – (2021) – Shirley Clarke
Kwaliteitsbesef: 5 manieren om er aan te werken in de les – (2022) – Wessel Peeters
Succescriteria of beoordelingscriteria? – (…) – Jouke Brouwer