Kwaliteitsbesef-2

Beseffen wat kwaliteit is.

In de bovenbouw Kunstvakken (GL) op mijn school is het de bedoeling dat de leerlingen bij het thema Feest leren over intuïtief werken.

Intuïtief leren werken
Bij Kunstvakken zetten we sterk in op procesmatig leren werken maar bij dit thema is het de bedoeling dat de leerlingen precies het tegenovergestelde gaan doen; starten vanuit het materiaal en zonder vooropgezet plan.

De tafel met materiaal.

Dat betekent dat voor deze opdracht de leerlingen moeten gaan leren over wat intuïtief werken nou precies is.

Voorkennis
Als startopdracht vraag ik de leerlingen om op een wisbordje te schrijven wat zij denken dat intuïtief werken is. “Wat“, zo vraag ik, “doet een kunstenaar of vormgever die intuïtief werkt?

This image has an empty alt attribute; its file name is watisintuitiefwerken.jpg

Experts aan het werk zien
Vervolgens gaan we samen drie kunstenaars bekijken die alle drie op hun eigen manier intuïtief werken.
We zien ze aan het werk en horen ze ook vertellen wat ze doen om tot hun beelden te komen.
Na het filmpje krijgen de leerlingen de opdracht om, als dat nodig is, hun definitie van intuïtief werken op het wisbordje bij te stellen.

Daarna nodig ik leerlingen uit om rond de presentatietafel te komen staan. Ik heb drie kunstwerken meegenomen van kunstenaars die intuïtief werken. Eén van de werkjes is zelfs van één van de kunstenaars uit het filmpje! Hoe leuk is dat!

Drie kunstwerkjes van echte kunstenaars die intuïtief werken.

Terwijl we bij de presentatietafel staan kijken we samen naar de beoordelingscriteria voor het werk dat ze zelf straks gaan maken.
Ik verduidelijk alle drie de criteria door ze te voorzien van een kort stukje uitleg.

De criteria en de opdracht

Vervolgens gaan de leerlingen in duo’s de drie kunstwerkjes scoren op de drie criteria.

Per criteria kunnen ze een punt toekennen van 1 tot max 5 punten. (Bijvoorbeeld: 1 punt: Eigenheid is niet aanwezig, 5 punten: Eigenheid is heel erg aanwezig.)
Bij elke score moeten ze ook een motivatie geven voor het toegekende punt.

Dit is een belangrijk onderdeel van deze opdracht want door leerlingen (aan elkaar) uit te laten leggen waarom ze een criterium in meer of minder goede mate aanwezig vinden in een werk worden ze gedwongen om hier echt over na te denken.

Kwaliteitsbesef bijbrengen houdt in dat leerlingen beseffen wat kwaliteit is. Beseffen wat kwaliteit is, dat is wat anders dan weten wat kwaliteit is.


Pas als er besef is (je zou ook kunnen zeggen: begrip) zijn leerlingen in staat om wat ze leren over kwaliteit ook toe te passen in hun eigen werk.


Laat de leerlingen praten met elkaar en help ze hierbij.
Het gesprek dat de duo’s met elkaar hebben is enorm belangrijk bij deze opdracht.
In mijn rol als leraar denk ik daarom van te voren na over de duo’s en probeer ik zoveel mogelijk heterogene koppeltjes te maken. Tijdens de gesprekjes luister ik mee en probeer ik door vragen te stellen ze dieper te laten nadenken of ze weg te sturen van een denkfout. En als een gesprek even niet op gang komt dan word ik tijdelijk een derde gesprekspartner bij een duo.

Na deze opdracht gaan de leerlingen zelf aan de slag met intuïtief werken. Ze krijgen de opdracht, een tafel met materiaal en een opdracht die ze op weg helpt met het materiaal onderzoeken. In een periode van 2 weken moeten ze al onderzoekend en experimenterend komen tot een werkje.

Het werkt!
De kwaliteit van het werk is enorm gegroeid. Toen ik de opdracht met de drie kunstwerkjes analyseren nog niet deed waren er veel meer leerlingen bij wie het werk een hoog knutselgehalte had; er werden voor de hand liggende keuzes gemaakt m.b.t het materiaal, er zat weinig diepgang in het experimenteren en het moest bij veel leerlingen per se iets voorstellen.

Ik kan zeggen dat dit nu juist andersom is: het merendeel van de leerlingen produceert werk wat veel kunstzinniger is; er worden veel meer eigen en daardoor bijzondere keuzes gemaakt en omdat het niet per se iets moet voorstellen of meteen zichtbaar hoeft te zijn wat het is zijn de werkjes veel interessanter voor de kijker om naar te kijken.

Eerder werk, nog met een hoog knutselgehalte.

Werk van nu: twee werkstukken die veel kunstzinniger zijn.